Beste meneer/mevrouw van het UWV,
Op het moment dat ik dit schrijf, hebben we elkaar nog niet ontmoet. Uw werkgever heeft mij enkele maanden geleden een brief gestuurd, waarin wordt geconstateerd dat ik “arbeidsvermogen” heb. Wat dat vermogen volgens uw instantie dan precies inhoudt, is voor mij vooralsnog een vraag en voor u een weet.
Op dit moment zit u waarschijnlijk nog tot uw oksels in mijn dossier. En niet alleen mijn dossier. Ik ben slechts één van de 240.000 bestaande Wajongeren die binnen nu en drie jaar herkeurd moeten worden. Daar komen dagelijks nog eens god-weet-hoeveel nieuwe gevallen bij die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en die hele molen nog in moeten. Ik benijd hen niet. Ik ben nog van de lichting die vóór 2010 gekeurd is en de “oude” Wajong toegekend heeft gekregen. Daarna is het er, zoals wij beiden weten, niet leuker op geworden – laat staan makkelijker.
U hoeft niet bang te zijn dat u in deze brief volledig afgebrand gaat worden. Dat is allerminst mijn bedoeling. Ik weet en begrijp heel goed dat de overheid deze (in mijn ogen ondoenlijke) taak naar het UWV heeft doorgeschoven en dat u en uw collega’s maar moeten zien hoe u dit voor 1 januari 2018 voor elkaar gebokst krijgt. Ook wordt dit geen oefening in zielig doen, want dat bèn ik niet. Net zo goed als dat ik mijn handicap niet bèn. Maar ik heb er wel mee te dealen en dat zal mijn hele verdere leven zo blijven. Natuurlijk, ik kan er zelf hier en daar aan schaven en schuren – lees: werken aan mijn zelfredzaamheid, op vrijwillige basis dingen aanpakken, mezelf uitdagen en binnen mijn eigen grenzen toch een waardevolle bijdrage leveren aan de maatschappij. Dat doe ik dan ook volop.
Maar ook al zou ik er dadelijk voor tekenen, een wet kan mijn handicap en de gevolgen ervan niet wegtoveren. Hoogstens verergeren. Dat laatste leg ik u graag even uit, want het is wel van belang dat u weet met wie u te maken heeft wanneer we tegenover elkaar aan tafel zitten. En ik wil u recht in de ogen kunnen kijken, zonder het gevoel te hebben dat u denkt dat ik het wel goed vind zo en al ga miepen om een gebroken nagel. Of, nog erger, dat u mij – namens uw bedrijf dan – wilt straffen voor het feit dat ik een arbeidsbeperking heb. U bent geen machine, ik ben geen statistiek. Ik ben dat waar ze in de politiek en het bedrijfsleven zo vreselijk bang voor zijn, namelijk: de mens achter het cijfer. En ik hoop dat ik in u een weldenkend mens tref die verder kijkt dan zijn neus lang is.
Weet u, het is niet de eerste keer dat ik een dergelijk gesprek moet voeren. De eerste keer was in 2002, toen ik achttien werd. In eerste instantie was ik diep verontwaardigd, want ik wilde gewoon werken. Het werd er niet beter op toen de dienstdoende consulente alleen maar leek te willen weten hoe ik mijn jas aantrok. Wat een otje, dacht ik nog, word je dáárvoor honderd procent afgekeurd? Wat ik me in mijn jeugdige enthousiasme niet realiseerde, was dat het UWV me natuurlijk allang in het vizier had en zich aan de hand van diverse verslagen al een tamelijk duidelijk beeld van mij had gevormd. Die honderd procent komt niet zomaar uit de lucht vallen en ik hoop en bid dat u zich dat anno 2016 ook realiseert.
Eenmaal afgekeurd ging ik niet achterover leunen. Ik werd (om een héél lang verhaal heel kort te maken) aangenomen op een sociale werkplaats, maar omdat er op dat moment een cliëntenstop van drie jaar was ingesteld, heb ik in de tussentijd op een dagbesteding gewerkt. Het speet me zeer toen ik daar twee jaar later weg moest omdat de werkplaats me wilde hebben. Mijn tijd op de sociale werkplaats was een hel. Ik voelde me er diep ongelukkig, kon mijn draai niet vinden en het bedrijf wist niet wat ze met me aanmoest omdat ik alles aanpakte, maar steeds weer de mist in ging. Uiteindelijk vond ik zelf een baan bij een leuk, regulier bedrijf, maar ook dat liep niet goed af. Door de farce bij mijn vorige werkgever liep ik eigenlijk al op mijn laatste benen en toen mijn nieuwe functie ook nog eens te hoog gegrepen bleek, stortte ik totaal in elkaar. De hippe, welbespraakte meid uithangen die zo graag wilde pleasen, terwijl ik vanbinnen kapot ging omdat mijn korte spanningsboog, gebrek aan overzicht en een alles verstikkende trots me de das omdeed… Ik hield het niet meer vol.
En zo kwam het dat ik in 2011 weer op audiëntie moest bij het UWV. Waar ik eerst jarenlang had geprobeerd om te bewijzen dat ik heus wel mijn eigen geld kon verdienen, moest ik nu juist aantonen dat de Wajong een bittere noodzaak voor me was. Bovendien had ik nog maar een paar maanden voordat mijn oude Wajong zou vervallen omdat ik er vijf jaar geen gebruik van had gemaakt.
Half huilend en trillend van de overspannenheid stapte ik binnen bij een bijzonder aardige en meevoelende consulent. Oudere man, nog van de oude stempel, die me eerst op mijn gemak stelde met een kopje thee. “Ben je zo zenuwachtig, meid? Nergens voor nodig, hoor. Ik ben er om jou te helpen. Vertel me eens wat ik voor je kan doen.” Ik vertelde hoe ik mezelf volledig had vastgedraaid in mijn pogingen om mee te komen op de arbeidsmarkt, dat ik zielsgraag wilde maar het niet waar kon maken, iets wat eigenlijk al op de middelbare school begonnen was omdat ik de buitenwereld koste wat kost wilde laten zien dat ik écht wel wat kon, waardoor ik eigenlijk constant tegen de stroom in aan het roeien was en daar compleet aan onderdoor was gegaan. En ook dat ik echt wel wat wilde doen, maar dan wel iets waar mijn hart lag
Einde van het liedje was dat de consulent zei: “Ik heb genoeg gehoord. Hierboven zit de afdeling Wajong. Ik ga even navragen of ze iets kunnen doen, want dit werkt niet.” Tien minuten later kwam hij terug. “Vanaf nu sta je weer op de betaallijst. Laat me weten of de eerste betaling is gelukt, zo niet, dan zal ik het rechtzetten.” Ik bedankte hem duizend maal en honderd kilo lichter verliet ik het pand. Voor het eerst sinds járen kon ik weer echt lachen.
Vanaf dat moment krabbelde ik langzaam weer op. Ik ging weer naar buiten, sprak weer af met vriendinnen, verhuisde van een groepswoning naar een eigen huis, bouwde een eigen leven op en sloot me aan bij een groep enthousiaste jongeren, die zich inzet voor een toegankelijke samenleving waarin personen met een handicap betrokken en niet buitengesloten worden. Ik reis het hele land door voor bijeenkomsten, workshops en gesprekken met politieke/publieke figuren, om mijn ervaringen te delen en samen te werken aan algehele toegankelijkheid.
Ik kan wel zeggen dat ik een druk bestaan heb. Wellicht dat u dat bedoelt wanneer u het over arbeidsvermogen heeft. Maar: mijn handicap ligt altijd op de loer. Zo kan ik maar één activiteit tegelijk en per dag doen en als ik dat achter de rug heb, lig ik minstens twee dagen totaal aan diggelen op de bank. Mijn huis wordt ondertussen een zooitje omdat ik dan geen energie heb om iets aan het huishouden te doen, laat staan om goed voor mezelf te zorgen. Dan eet ik slecht en slaap ik niet goed, waardoor bovengenoemde zaken alleen maar erger worden en ik in een vicieuze cirkel terecht kom. Zolang ik goed naar mijn lichaam luister, mijn dagen niet vol prop met bezigheden en genoeg rustdagen incalculeer in mijn schema, is het wel te doen. Maar wat hierbij zeer verraderlijk is, is mijn energielevel. De ene dag ga ik door het dak heen, om de volgende met de beste wil van de wereld niet verder te komen dan mezelf uit bed te slepen en de rest van de dag voor me uit te zitten staren omdat ik het allemaal niet voor elkaar krijg.
Ik heb mijn dossier nooit ingezien, maar ik denk dat het behoorlijk dik is en bol staat van de mislukte pogingen om mijn werkende carrière vlot te trekken. U zult het weten wanneer u mij ziet. Wat denkt u, zit er een kans in dat u mij een leuke baan kan bezorgen? Uitdagend zonder dat ik overvraagd raak? Een functie voor niet meer dan vier uur per dag? Een werkgever die meegaat in mijn grillige uithoudingsvermogen en die het begrijpt als ik vertel dat ik het vandaag niet trek? Een baan die aansluit op mijn interesses en talenten? Geen lopende band. Ik smeek het u. En ook geen bureau waar tien opdrachten op me liggen te wachten terwijl die telefoon maar blijft rinkelen, anders plak ik op het laatst de postzegels in de rechter onderhoek. En oh ja, ik begrijp dat u mij aan een jobcoach wil koppelen. Daar heb ik er in het verleden zo’n twintig van versleten, als het er niet meer zijn. Allemaal gillend weggelopen. Wie of wat garandeert mij dat het deze keer wel gaat lukken?
Dit is een flinke eisenlijst, daar ben ik mij van bewust. Wat dat betreft zijn gehandicapten net gewone mensen. Een beperking betekent niet automatisch dat iemand “dus” ook beperkt is in zijn dromen, wensen en ambities. Integendeel, durf ik zelfs te zeggen. Misschien behoor ik wel tot de meest ambitieuze beroepsgroep van allemaal. Weet u waardoor dat komt? Als je een handicap blijkt te hebben, is dat voor de buitenwereld vaak een reden om je in hokjes te stoppen en je een bepaalde richting in te duwen. Jij gaat naar die school, gaat daar intern, jij gaat daar werken, dat is het beste voor je. Er zijn mensen die daar baat bij hebben, maar ook die daar te eigenwijs voor zijn en van meet af aan hun eigen plan trekken. Anderen, mensen zoals ik, gaan in die stroom mee omdat ze denken dat het moet en werken zich compleet over de kop om maar te laten zien dat ze wat waard zijn. Tegelijkertijd nemen of krijgen ze op die manier zelden of nooit de gelegenheid om na te denken over wat ze nou zèlf willen, wat in feite een vorm van hospitalisering is. Ik ben daar nu min of meer overheen gegroeid en het is mijn ultieme angstbeeld om daar ooit weer naar terug te moeten. De Participatiewet is de belichaming van die angst en verlamt me ontzettend. Ziet u de tegenstelling nu? Wel willen, maar niet kunnen (en niet andersom). Iemand met een beperking is zoveel méér dan een label dat een ander een vrijbrief geeft om hem zomaar op een werkplaats te dumpen of hem te korten op zijn inkomen. Dat is nu waar ik het in ons gesprek graag over zou willen hebben.
Ik kijk uit naar uw telefoontje.
Met vriendelijke groet,
Ietje van Halem
Bert Zittersteijn zei
ZO WAAR !!!! Respect en Ietje wat is ; DE WAARHEID TOCH VERSCHRIKKELIJK MOOI & VOORAL W A A R !!!!!! Dank je wel.
Jan Janson zei
Ben er stil van… Bravo!
SonjaStoel zei
Goed onder woorden gebracht!
Maaike zei
Mag je met de Wajong als ZZP-er gaan werken? Dat mag ik wel in de WIA. Dan kan je zelf je eigen ritme bepalen en net zo weinig doen als dat je kunt maar toch nog wat.
JANSSE zei
Onderschat niet de uren die je maakt als ZZP-er en de vrijheid. Er zijn altijd deadlines, en als zelfstandige ben je maar 40 ℅ van de tijd bezig met het ding waar je van houdt. Verder wordt tijd opgeslokt door boekhouding, acquisitie, webonderhoud, en honderd andere suffe regeldingen . Kan je jezelf verkopen? Dat is een van de meest bepalende factoren voor succes als zelfstandige.
De brief is fantastisch!
UWV zei
Beste Ietje,
Dank je wel voor je mooie open brief. De zorgen die je hebt opgeschreven herkennen we van de vele gesprekken die we met Wajongers voeren. De veranderingen in de Wajong en de komst van de Participatiewet zorgen voor flinke opschudding. Het is aan ons om goed uit te leggen wat dat voor een ieder betekent. Daarom gaan we heel graag in gesprek met je. Omdat we vinden dat je vragen beantwoord moeten worden.
We sturen je via Twitter een persoonlijk bericht zodat we een afspraak kunnen maken.
Met vriendelijke groeten,
Ellen
UWV Webcareteam
Hans de Gans (MSW) zei
Heel herkenbaar. Geweldige brief!
K zei
Lijkt wel erg op mijn levensverhaal. Ook het willen bewijzen en doorgaan tot de druppel al teveel was geworden en nu ben ik al jaren aan het klooien met mn lichamelijke gezondheid. Daarvoor ook de geestelijke uithouding
UWV zei
Beste Ietje,
Dank je wel voor je mooie open brief. De zorgen die je hebt opgeschreven herkennen we van de vele gesprekken die we met Wajongers voeren. De veranderingen in de Wajong en de komst van de Participatiewet zorgen voor flinke opschudding. Het is aan ons om goed uit te leggen wat dat voor een ieder betekent. Daarom gaan we heel graag in gesprek met je. Omdat we vinden dat je vragen beantwoord moeten worden.
We sturen je via Twitter een persoonlijk bericht zodat we een afspraak kunnen maken.
Met vriendelijke groet,
Ellen
UWV Webcareteam
P zei
Super verwoord ietje, dit geldt voor vele wayongers en afgekeurde en herken het helemaal en helaas wordt er nauwelijks naar gekeken op dit moment hoop echt dat dit wat uit haalt en echt goed dat je je niet schroomd om dit naar buiten te brengen. Hopelijk gaan er ogen open ❣
E. H. zei
Gedeeld op het AutSider Forum, alwaar het onderwerp zeer leeft en het relaas van de schrijfster herkend zal worden bij velen.
San zei
Het is zeker een mooie openhartige brief en mooi verwoord. Ik weet niet om wat voor beperkingen het gaat maar ik heb ze ook ( ben ermee geboren) en heb nooit den wahjong gekregen. Ik ben tijdens mijn geboorte verlamd geraakt aan 1 arm, vanaf mijn 2e jaar ben ik aan 1 oor zeer slechthorend en ook psychisch heb ik redelijk wat klachten. Vanaf mijn 15e werkte ik parttime en vanaf mijn 21e fulltime. Ik heb van 23 tot /met 26 een ww gekregen en ondertussen ingeschreven bij sociale werkvoorziening. Ik vond mezelf er ook niet op mn plaats zitten en dus koos ik voor begeleid werken/detachering. Ik ben bij veel verschillende bedrijven in dienst geweest. Overal moeten bewijzen, steeds weer proberen je te motiveren want er wordt netvals elke medewerker daar 100% inzet van je verwacht hoewel ik in tegenstelling tot de anderen maar een salaris heb van soms 60% van het salaris wat mijn collega’s krijgen. Toch houdt ik moed en weet ik dat ik straks na 2 jaar weer wegbezuinigd moet worden en mijn inmiddels 14e jobcoach weer een andere plek voor mij moet zoeken. Het is vermoeiend en toch leer ik steeds meer verschillende dingen en dat motiveert me.
Onderschat het niet, ik zal niet veel minder gehandicapt zijn, ik kan wel proberen om bij de volgende keuring aan te geven dat het echt niet meer gaat met de pijn in mn schouder en de artrose aan mijn knie en het weinig zelfvetrouwen en lage zelfbeeld en dat het teveel wordt steeds wisselen van colleha’s en jobcoaches enz enz enz. Dat ik ook liever onder mensen ben die hetzelfde voelen als ik waar ik me wel op mn gemak voel en op mn werk niet, waardoor ik concentratieproblemen heb en regelmatig fouten maak en dit mijn zelfcertrouwen zeket niet ten goede komt. Maar dat zal thuis blijven met een uitkering ook niet. Het was voor mij een trauma na 2,5 jaar thuis zitten met alleen maar online contacten en me verveelde nadat mn huisje wel een keer schoon was. Geef mij mn werk dan maar, waar ik nu werk bij de gemeente tref ik ook een paar collega’s die met een rollator en speciaal vervoer naar het werk komen, een heeft spraakproblemen en is spastisch. Toch werkt hij 3 hele dagen achter de pc, doet boekhoudkundig werk en ik heb diep respect voor hem gekregen, evenals mijn oude collega’s van SWA Alphen aan den Rijn, die psychisch of motorisch of geestelijk gehandicapt waren en naast hun (eentonige ) werk daar toch positief zijn erin en plezier maken met muziek (Jostiband), en nooit klagen over hun beperkingen maar trots zijn op wat ze wel kunnen. Ik denk dus dat ook jij best meer kan dan je aangeeft. Kan je zo’n mooie brief schrijven, dan kan je wellicht ook schrijverswerk dien of verslagen typen.