Wij staan op! is een beweging van jongvolwassenen met een levenslange en levensbrede lichamelijke en/of zintuiglijke handicap. Wij zijn ervaringsdeskundig in het leven met een handicap. Wij kennen ons lichaam als geen ander en wij ervaren de obstakels die er nu zijn. Maar meer dan dat, ervaren wij beperkingen vanuit de samenleving die ons hinderen te zijn wie we willen zijn.
Bekijk ons handvest in PDFWij staan op voor…
Met ons handvest staan wij voor vrijheid, gelijkheid en menselijkheid. Het handvest is een oproep aan de Nederlandse samenleving om de manier waarop zij naar gehandicapten kijkt en daarmee omgaat te kantelen. Dit handvest legt hiervoor de basis en geeft richting aan de inrichting van een samenleving waarin iedereen mee kan doen.
Wij roepen alle Nederlanders op om samen met ons een inclusieve maatschappij te creëren. In ons handvest geven wij 13 stellingen aan die volgens ons voor onze samenleving belangrijk en sturend zijn. In deze stellingen staat beschreven waaraan de gewenste veranderingen moeten voldoen. Omdat wij alleen vanuit onze eigen ervaringen kunnen spreken hebben wij, bij het schrijven van dit handvest, onze eigen voorbeelden gebruikt.
Stellingen
De stellingen worden ondersteund met een voorbeeld en vervolgens in het cursief het uitgangspunt.
Vertrouwen als basis
Bij de aanvraag van hulpmiddelen en zorg worden wij elke keer opnieuw geconfronteerd met de vraag of wij minutieus willen aangeven wat onze (on)mogelijkheden zijn. Dat moeten we vaak opnieuw en meerdere malen doen bij dezelfde aanvraag.
Deze controles zijn overbodig als we uitgaan van vertrouwen in elkaar en van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.
Wij zouden altijd toegang moeten hebben tot een allesomvattende medische verklaring
Wij moeten nu herhaaldelijk naar een arts om voor dezelfde handicap een medische verklaring te vragen. Deze verklaring is voor iedere aanvraag anders en moet vaak een recente datum hebben. Deze artsbezoeken kosten ons veel tijd en energie en de samenleving veel geld.
Een up-to-date medische verklaring is voor ons (digitaal) en direct beschikbaar.
Het eigen risico bij de zorgverzekering en de stapeling van zorgkosten is voor ons een vaste jaarlijkse last.
Hulpmiddelen, zoals steunbeugels, worden niet altijd vergoed als onze eigen financiële situatie ruimte biedt. Wij hebben niet gekozen voor onze handicap maar moeten er wel voor betalen. Dat creëert maatschappelijke ongelijkheid.
Door kosten die handicapgerelateerd zijn maatschappijbreed te dragen, ontstaat voor ons een financieel gelijkwaardige situatie.
Een hulpmiddel moet worden aangemeten op basis van de individuele behoeften van de gebruiker
Gemeenten en leveranciers vinden onderlinge (prijs)afspraken belangrijker dan uit te gaan van onze noodzakelijke individuele voorzieningen. Als wat we nodig hebben niet binnen het vaste aanbod valt, moeten we bewijzen dat we iets anders nodig hebben. Dit proces kan jaren duren, met soms blijvende fysieke klachten en verlies van geld, tijd en energie bij alle betrokkenen.
Bij het kiezen van een hulpmiddel moet onze handicap voorop staan en niet de zakelijke relatie tussen leverancier en gemeente.
De continuïteit van onze zorgvoorziening mag niet in gevaar komen bij een verhuizing
Verhuizen is voor ons ook niet zomaar mogelijk. Zorg is op dit moment gekoppeld aan de inschrijving in een gemeente, waardoor wij, als wij naar een andere gemeente willen verhuizen, onze zorg tijdelijk kwijt kunnen raken. En die zorg hebben meestal dagelijks nodig. Iedere gemeente heeft andere budgetten voor zorg en hulpmiddelen. Het kan daarom voorkomen dat de ene gemeente een noodzakelijk hulpmiddel wel vergoedt en de andere niet.
Iedereen is vrij om te verhuizen naar de gewenste woonomgeving zonder dat dit gevolgen heeft voor zorgvoorzieningen.
Maatschappelijke inclusie begint bij onderwijs en opleiding
Vaak worden wij in de huidige maatschappij niet als gelijkwaardig gezien terwijl wij dezelfde wensen en behoeften hebben als iedereen. Wij willen dan ook als niet anders dan anderen worden gezien. “Iedereen is gelijk in het anders zijn” dient al vanaf de basisschool als thema in het onderwijs meegenomen te worden.
Door geen onderscheid tussen mensen te maken wordt inclusie de norm.
Organisatorische inclusie mankeert bij onderwijs en opleiding
Onderwijs en opleidingen zijn nu vaak niet ingesteld op onze specifieke behoeften zoals ruimte in het rooster voor therapie en artsbezoeken of een toereikende verzorgings- of toiletruimte. Ook het ontbreken van verzorgers en ondersteuners wordt als gemis ervaren.
Door in onderwijs en opleiding deze barrière weg te nemen wordt inclusie de norm.
Gelijkheid door uit te gaan van het individu
Regelmatig voelen mensen zich niet comfortabel in de omgeving van mensen met een handicap. Vaak is men onwetend of gaat men uit van (voor-)oordelen, terwijl wij als volwaardige gesprekspartner willen worden gezien en aangesproken. Wij voelen ons buitengesloten wanneer mensen dat niet doen, als ze blijven hangen in hun eigen beeld van de handicap. Er wordt óver ons gesproken in plaats van mèt ons, vaak zelfs waar wij zelf bij zijn en vaak op een manier die ons eigen intellectuele vermogen negeert.
Wij willen gezien worden als mens, als gelijkwaardige deelnemers aan de maatschappij.
De uitvoering binnen de bestaande wet- en regelgeving hindert in ons dagelijks leven ons recht op autonomie
Het denken vanuit wet- en regelgeving in plaats van vanuit de mens maakt dat ons autonome leven altijd onder druk staat. Bijvoorbeeld als wij zelfstandig wonen moeten wij elk jaar weer invullen hoe onze zorg er van minuut tot minuut uit ziet terwijl volstrekt duidelijk is dat de handicap niet zal verminderen of verdwijnen. Je krijgt alleen hulp als het op papier staat en een arts (steeds opnieuw) verklaart dat wij die hulp nodig hebben. Voor iedere (verlenging van een) voorziening is steeds een nieuwe medische verklaring nodig.
Stel de mens centraal en verwijder overbodige regelgeving.
Informatie kunnen lezen en/of horen dient voor iedereen altijd en overal mogelijk te zijn
Wij kunnen niet altijd alle noodzakelijke mededelingen volgen die er worden gegeven op bijvoorbeeld stations. Wij voelen ons daardoor niet altijd veilig omdat wij gesproken of geschreven informatie moeten missen. Wij kunnen daardoor niet goed anticiperen. Het moet overal mogelijk zijn om die informatie te krijgen die van belang is voor onze keuzes.
Toegankelijkheid van informatie is voor ons van even groot belang als voor ieder ander.
Toegankelijkheid van gebouwen moet de norm zijn
Als we ergens heen willen, weten we vaak van te voren niet of een gebouw voor ons toegankelijk is. Omdat de verantwoordelijken voor de toegankelijkheid vaak geen ervaring hebben met voor ons noodzakelijke aanpassingen zijn veel gebouwen niet of onvoldoende toegankelijk, zijn liften te klein en (invaliden-)toiletten ontoereikend en schaars. Voorzieningen die er wel zijn worden vaak vóór ons bedacht, maar zelden mèt ons!
Toegankelijkheid van gebouwen is het uitgangspunt en dit Nederland-breed tot stand brengen geeft ons de vrijheid om zonder beperkingen ons leven te leiden.
Openbaar vervoer moet toegankelijk en zonder hindernissen zijn
In het openbaar vervoer hebben wij vaak assistentie nodig om te kunnen reizen, maar die assistentie is niet altijd en overal beschikbaar. Assistentie is op drie van de vier treinstations helemaal niet aanwezig en veel bus- en tramhaltes zijn ook niet bereikbaar. Hierdoor komen we vaak voor verrassingen te staan als we ergens heen willen of uitstappen en blijken we
niet verder te kunnen. Wij kunnen onze reis niet zo gemakkelijk aanpassen als iemand anders omdat we afhankelijk zijn van assistentie.
Het openbaar vervoer moet toegankelijk gemaakt worden zodat iedereen er zonder assistentie mee kan reizen. Tot die tijd moet erin voorzien worden dat men waar nodig altijd met assistentie kan reizen.
Kansen op de arbeidsmarkt moeten voor iedereen gelijk zijn
Op de arbeidsmarkt hebben wij een kleinere kans om aangenomen te worden dan iemand zonder beperking. Daarnaast is werken op je eigen niveau en daar ook naar betaald worden een nog grotere uitdaging. Werkgevers laten de vergoeding van verheidswege voor het in dienst nemen van iemand met een handicap vaak zwaarder wegen dan het talent dat ze binnen kunnen halen. Voor werkgevers is er onvoldoende begeleiding om kennis te verschaffen over het in dienst nemen van iemand met een beperking. Hierdoor zijn zij niet in staat om te kijken naar het talent dat zij binnen kunnen halen door het aannemen van iemand met een beperking. Verder krijgen jongeren met een beperking niet de kans om werk ervaring op te doen, omdat zij ook op een stageplek of werk ervaringsplek niet aangenomen worden. De motivatie voor mensen met een beperking om zinvol te gaan werken neemt af omdat het vaak betekent dat het verdiende geld verrekend wordt met de uitkering of het verhogen van de eigen bijdrage, juist met die bedragen die zo nodig zijn om een normaal leven te kunnen leiden. Werkgevers, overheid en bedrijfsleven bieden ook nauwelijks werkervarings- of stageplekken voor jongeren met een handicap.
Wij willen gelijke kansen hebben op de arbeidsmarkt en gewaardeerd worden op ons niveau, kijkend naar de capaciteit en kwaliteit van het individu.