Wij Staan Op! is in 2015 ontstaan, rond de invoering van de Participatiewet. Initiatiefnemers Pauline Gransier (“Iedereen is gelijk in het anders zijn”) en Jiska Ogier (“Een modern pleidooi met een knipoog naar de Franse revolutie”) waren toen allebei met een eigen initiatief bezig en besloten hun krachten te bundelen. Kernpunt was vanaf dag één: niets over ons, zonder ons.
Er was werk aan de winkel, de maatschappij veranderen doe je niet even, en doe je ook niet met z’n tweeën. Al snel werd er een team van 10 jongvolwassenen met een fysieke handicap gevormd, die de nieuw ontstane beweging Wij Staan Op! zou gaan vormen.
Manifest
Consumentenprogramma Kassa besteedde aandacht aan de start van Wij Staan Op! en het manifest dat wij als handvat voor een inclusief Nederland schreven. Het manifest bestaat uit 12 stellingen over alle terreinen van ons leven met praktische voorbeelden en handvatten over hoe het beter kan. Na de grote lancering van Wij Staan Op! bij Kassa stroomden de handtekeningen onder het manifest werkelijk binnen. Nederland liet massaal weten achter het initiatief te staan om Nederland inclusief te maken vanuit ervaringsdeskundigheid.
Wij Staan Op! ging van start met actieve politieke lobby over het verbeteren van wet- en regelgeving zodat regels ondersteunend zouden zijn aan ons leven, in plaats van beperkend. Ook gingen we aan de slag met maatschappelijke lobby, het opzetten van een sterk social media netwerk en het verzamelen van ervaringen. Vanuit die ervaringsdeskundigheid gingen we in gesprek met allerlei mensen en organisaties. Zo kwamen we bijvoorbeeld binnen een paar maanden terecht bij toenmalig Staatssecretaris Van Rijn (VWS), en werden we in de Tweede Kamer genoemd door politici. [Inmiddels is ons manifest geüpdate tot het handvest.]
Het VN-verdrag Handicap
Belangrijk thema voor ons was vanaf het begin het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (afgekort het IVRPH en soms ook het VN-verdrag Handicap genoemd). Begin 2016 lanceerden we de social media actie #jekomternietin waarmee we op twitter binnen enkele dagen duizenden reacties kregen. Daarmee genereerden we enorme aandacht voor de ratificatie van het IVRPH. Verschillende belangenorganisaties die al langer bezig waren met dit thema (en vele andere thema’s) sprongen bij, en met elkaar lukte het om in februari akkoord te hebben voor de ratificatie van de Tweede Kamer. Daarna volgde al snel de Eerste Kamer.
Zo gebeurde het dat op 14 juli 2016 het IVRPH in werking trad in Nederland, een lang gekoesterde wens van velen, aangezien het verdrag al in 2007 door Nederland werd ondertekend. Daarna moesten we met elkaar even ademhalen: ons belangrijkste doel bij de start was veel sneller bereikt dan we hadden verwacht. Het verdrag lag immers al bijna tien jaar op de plank, maar met een jaar gezamenlijke lobby was het IVRPH nu toch echt geratificeerd.
Met oog op de toekomst
Daarmee werd het tijd voor de randzaken; Wij Staan Op! was nu nog een beweging. Juridisch gezien nog niks, financieel ondergebracht bij een andere stichting, en daarmee nog niet met beide benen op de grond. Tijd dus voor een tripje naar de notaris. Per februari 2017 is Wij Staan Op! officieel een stichting: we are here to stay!
Met de veranderingen in de politiek en maatschappij is het ook tijd geworden om ons manifest onder de loep te leggen: zijn de punten nog actueel, hebben we nieuwe ervaringen opgedaan die iets veranderen? Zo kwamen we tot een nieuwe leidraad voor ons werk: het handvest van januari 2018. Aan het handvest voegden we bijvoorbeeld stelling 13 toe over arbeid. Niet lang daarna kwamen de plannen voor Loondispensatie aan het licht. Reden voor ons om een grote nieuwe actie te starten: #benikhetnietwaard . Ook deze hashtag en de petitie zorgden weer voor veel maatschappelijke ophef. Na hard werken is het plan zelfs van tafel gegaan, en is Wij Staan Op! betrokken bij een nieuw offensief om meer mensen met een arbeidshandicap aan het werk te helpen.
Zo blijven we met Wij Staan Op! aan de slag: met actuele zaken, maar ook de lobby op lange termijn voor bijvoorbeeld de implementatie van het IVRPH.