Laatst was ik met iemand in gesprek over van alles en nog wat toen opeens weer dat woord voorbij kwam: “dagbesteding”. Een woord waar ik al sinds ik mij kan herinneren allergisch voor ben. Het is natuurlijk niet zo dat ik geen voorstander ben van dagbesteding, integendeel als dit als passend wordt ervaren door de persoon zelf is dit fantastisch en zeker iets wat ik steun! Helaas gaat het juist op dat stukje vaak mis.
Mijn allergie begon jaren geleden toen ik op het speciaal onderwijs zat. Ik deed daar de Havo en zoals op iedere school had ik een mentor en regelmatig mentorgesprekken. Ik zat in de bovenbouw en had nog 2 jaar te gaan. Eén van mijn favoriete docenten was mijn mentor. Een lieve vrouw waar ik altijd goed mee overweg kon en die mij, voor mijn gevoel, altijd serieus nam. Helaas stopte zij met werken bij ons op school; ze had een baan gekregen bij een reguliere middelbare school in de buurt. Er moest dan ook gekeken worden naar een nieuwe mentor voor mijn klas, maar in de tussentijd viel een andere docent voor haar in als mentor. Hij was heel anders dan zij. Toen mijn eerste mentorgesprek met hem eraan kwam had ik niet echt verwachtingen; ik zou gewoon vertellen wat ik in de toekomst, na de middelbare school, allemaal wilde gaan doen. Mijn vader en ik zaten er dan ook vrij relaxt en ik zat vol enthousiasme te vertellen dat ik Hbo-rechten wilde gaan doen. Totdat hij zei: “Je moet wel reëel zijn. Hoge scholen zijn niet voor mensen zoals jij, een dagbestedingsplek is beter geschikt.” Mijn vader maakte meteen, op een nette manier, heel duidelijk dat wij daar heel anders over denken en ik wel degelijk naar een hoge school zou gaan.
Uiteindelijk is dit natuurlijk ook gebeurd en studeer ik inmiddels aan de universiteit. Mijn ouders maakten mij die dag meteen duidelijk dat hij fout zat en ik hetzelfde zou kunnen als ieder ander, desnoods met aanpassingen. Zijn woorden hebben mij dan ook nooit tegengehouden, maar mijn allergie voor het woord “dagbesteding” en de daarbij behorende aannames was geboren! Te vaak krijg ik de vraag: “Goh doe jij ook iets van dagbesteding?” Ik probeer dan altijd zo respectvol mogelijk uit te leggen dat ik studeer, werk als juridisch adviseur en daar nog heel veel naast doe. Vervolgens wacht ik hun reactie af. Ik vind het altijd interessant om de gezichten van deze mensen te zien. De één laat duidelijk zien dat hij geschrokken is, wordt rood en zegt dan vaak dingen als: “Oh tuurlijk” of “Ja dat kan natuurlijk ook”. De ander gaat snel verder met het gesprek alsof er niets is gebeurd.
Eigenlijk moet ik misschien wel uitleggen aan die persoon dat ze een aanname doen die best gevoelig ligt, maar ik heb geen zin om bij iedereen docentje te moeten spelen. Ook voel ik mij allang niet meer beledigd door dit soort opmerkingen; het zegt tenslotte iets over hun vooroordelen en niets over mijn kunnen. Wel vraag ik mij af waarom we tegen een gezond iemand zeggen: “Goh wat doe jij zoal?” en wij opeens tegen iemand met een zichtbare handicap gaan invullen dat het wel dagbesteding zal zijn. Mijn moeder zegt weleens: “Gewoon terugzeggen en kijken hoe ze dan reageren.” Stiekem wil ik dit ooit wel eens doen, ik ben wel benieuwd of mensen het überhaupt doorhebben. Zelf denk ik namelijk van niet. Ik weet ook dat 9 van de 10 keer mensen het helemaal niet slecht bedoelen, ze zijn simpelweg onwetend. Toch vraag ik mij dan af wanneer en waar de onwetendheid ophoudt.
Door de eeuwen heen hebben wij vaak onze onwetendheid bijgesteld om ervoor te zorgen dat wij elkaar met respect benaderen. Het meest recente is misschien wel dat we niet meer bepalen of iemand met man of vrouw aangesproken wordt, maar dat zij zelf kunnen aangeven wat zij fijn vinden. Dit wordt nog niet op grote schaal gedaan en veel mensen vinden hier wat van, maar dat er een verandering plaatsvindt is zeker. Dus ik hoop dat we binnenkort ook niet meer standaard voor iemand invullen dat die wel op dagbesteding zal zitten, maar dat we gewoon zeggen: “Goh wat doe jij zoal?”.
Ria Henskens zei
Mijn ervaring is dat bij een fysieke beperking,men vaak denkt dat er ook een mentale beperking is
Ook gaan ze vaak beter articuleren
Jaren terug zat ik te wachten bij de vleeswaren afd ,maar was kompleet
doorzichtig , toen vroeg mijn man ben jij nog niet aan de beurt? Waarop waarop de verkoopster, weet u vrouw wel wat ze wil ! Terwijl de stoom uit mijn oren kwam ,zij ik haar , ga je zometeen aan mijn man vragen of ik een worstje mag, zo die ZAT😁
Laura zei
Soms is wat terug zeggen inderdaad de enige manier om bij mensen door te dringen helaas.
Anne zei
Ik loop (of rijd, gezien mijn rolstoel) hier ook heel vaak tegenaan. Ik ben ZZP’er, werk in mijn eigen praktijk, geef ambulante begeleiding én heb een dagbesteding opgezet voor GGZ cliënten. Ik ga dus ook letterlijk naar dagbesteding op de dagen dat ik daar werk, maar wel als begeleidster en eigenaar van de dagbesteding en niet als cliënt. Hoe vaak ik niet rare blikken, verbaasde opmerkingen of ronduit met ongeloof te maken krijg als ik aangeef dat ik werk en daarom op een bepaalde dag en tijdstip geen afspraak kan maken is zeker niet meer op twee handen te tellen! En dat puur en alleen om het feit dat ik in een rolstoel zit.
Overigens kom ik de aaname dat ik van een uitkering leef nog véél vaker tegen, terwijl ik écht hard werk om rond te kunnen komen en daar op geen enkele manier, vanuit geen enkele instantie dan ook maar enige ondersteuning bij krijg. Maar blijkbaar is het voor mensen heel moeilijk om dit soort vooroordelen aan de kant te leggen en écht zonder oordeel met iemand in gesprek te gaan.
Laura zei
Heel jammer dat er nog steeds zoveel aannames zijn, maar verhalen zoals die van ons brengen daar hopelijk verandering in!
Jo zei
Die onderschatting, zelfs op speciaal onderwijs – waar je het toch eigenlijk niet zou verwachten, maakten wij ook mee. Mijn zoon had prima cijfers in de brugklas. Toch kreeg hij het advies om naar het (speciaal) VMBO te gaan. In het gesprek daarover gaf ik aan dat hij toch ook HAVO kon doen, ze keken me geschokt aan. Moesten ze overleggen… dit ging echt heel vreemd!
Hij ging naar de HAVO en rondde deze zonder problemen af. Spijkerde daarna bij voor colloquium doctum en ging naar de universiteit.
Ik ga hem toch eens vragen of hem wel eens naar dagbesteding wordt gevraagd. Wat ook heel frustrerend is, is dat leveranciers van hulpmiddelen lijken te denken dat mensen met een handicap niet werken, gezien dit soort aankondigingen: we komen je rolstoel controleren cq repareren op maandag tussen 12 en 18u.
Laura zei
Dat probleem van hulpmiddelenleveranciers herkennen wij ook inderdaad.