Zoals elk jaar een blog over vuurwerk. Dit jaar interviewde ik Immanuel*, hij heeft veel last van vuurwerk en is meermalen met vuurwerk bekogeld. De laatste maanden van het jaar komt hij liever niet buiten; met zijn aangepaste fiets is hij zelfs in de stad een opvallende verschijning “en daarom ook een doelwit”, vertelt Immanuel. “De laatste keer was hier niet ver vandaan, ik fietste langs een stoep en ik zag al wat gerommel binnen zo’n groepje jonge knullen. Dus ik was op mijn hoede. En gelukkig maar, ik kon net op tijd met mijn hand mijn oog afschermen, anders was ik nu blind geweest.” Door zijn handicap heeft Immanuel al een beperkt zicht, juist dit rotje zou zijn goede oog geraakt hebben. “Nu viel het mee, alleen mijn hand was helemaal rood, mijn handschoen was gesmolten.” In het ziekenhuis kon hij op weinig begrip rekenen: “De arts geloofde niet dat ik bekogeld was. Dacht dat ik zelf met vuurwerk had lopen spelen.” Dat is ook deel van het probleem, denkt Immanuel: men denkt dat het allemaal wel meevalt, dat het nauwelijks gebeurt, en zeker niet in je eigen omgeving. Maar het gebeurt dus wel, mensen die zelf ver uit de buurt van vuurwerk willen blijven, zitten toch met de schade. “Er wordt vaak gezegd; het valt wel mee. Maar het valt niet mee, het is doodeng om bekogeld te worden, de schade is hoe dan ook blijvend. Zelfs als je er fysiek goed vanaf komt, blijft die angst. Ik ga in november en december maar niet meer naar fysiotherapie. Niet verstandig misschien, maar ik voel me gewoon niet veilig. Of men zegt; die pubers, die groeien er wel weer uit. Maar elk jaar is er weer een nieuwe generatie 14.”
Het aantal incidenten is misschien klein, de impact is enorm. Immanuel is niet de enige die zich onveilig voelt, maar in de cijfers wordt zoiets niet als schade opgenomen. Dit jaar nog werden hulphonden bekogeld. “Dat leer je ze nooit meer af, die dieren zijn als hulphond vaak niet mee bruikbaar. En zo’n dier trainen kost gemiddeld €25.000,-.[1]” Veel mensen zijn afhankelijk van een hulphond of geleidehond. “Voor hen geldt, zelfs als ze het zelf nog niet hebben meegemaakt, hetzelfde als voor mij: dat is de ‘kracht van potentialiteit’.[2] Je weet niet wanneer je veilig bent, dus dat er iets kán gebeuren maakt al dat mensen hun gedrag aanpassen. Dat beperkt enorm.” Vertelt Immanuel. Mensen durven hun huis niet meer uit, laten therapie schieten, of voelen zich gedwongen (dure, aangepaste) vakanties te boeken om aan het vuurwerk te ontsnappen. Allerlei overlast van vuurwerk, maar niet in beeld. “Je zal maar van de schrik vallen, of hete thee over je heen gooien. Dat tellen we niet op bij de vuurwerkcijfers, maar het gebeurt wel en het geeft wel degelijk schade.”
Eigenlijk vindt Immanuel het bizar: “De overheid handhaaft heel sterk het geweldsmonopoly. Je mag niet zomaar een vuurwapen hebben, maar bijvoorbeeld ook geen kruisboog of speer. Die zijn veel minder gevaarlijk dan veel vuurwerk. Maar nu het oud & nieuw wordt, geeft de overheid dat monopoly op. Sterker nog, je kunt nú in de supermarkt al allerlei vuurwerk kopen. Dat lijkt misschien onschuldig, maar als het naar mensen wordt gegooid, is dat hartstikke gevaarlijk.” Dat heeft Immanuel dus aan den lijve ondervonden. Toch doet hij geen aangifte: “Stel dat ze die mensen vinden en oppakken, dan staan ze meestal na een gesprek met Halt of met een kleine straf weer buiten. Niet dat hard straffen de oplossing is hoor, maar ze staan wel buiten. En dan ben ik natuurlijk een makkelijk doelwit met die aangepaste fiets. Dat risico neem ik gewoon niet.”
*) Immanuel is een gefingeerde naam, om te voorkomen dat de geïnterviewde opnieuw doelwit wordt.
Ook dit jaar is er veel verzet tegen consumentenvuurwerk. Artsen, onderzoekers, politie en slachtoffers spreken zich uit. Vindt jij ook dat consumentenvuurwerk verboden moet worden? Teken dan net als Wij Staan Op! het vuurwerkmanifest.
[1] Kosten kunnen variëren en oplopen tot €40.000: https://www.stichting-hero.nl/hulphonden/financieel
[2] Searle, J.A., 2010, Making the Social World: The Structure of Human Civilization, Oxford: Oxford University Press, p. 149; Agamben, G., 1998, Homo Sacer: Sovereign Power and Bare Life, Stanford: Stanford University Press, p. 39-48.