Op 9 en 10 december vond het debat, over de VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (IVRPH), plaats. Als het verdrag daadwerkelijk geratificeerd wordt zijn de Nederlandse samenleving en overheid verplicht personen met een handicap gelijke kansen geven om op dezelfde manier te kunnen participeren in de samenleving als ieder ander.
Voorbeelden hiervan zijn dat de informatie op stations ook voor doven en slechtzienden toegankelijk zijn. En dat iedereen de studie van zijn of haar keuze moet kunnen volgen. Kan dit niet dan moeten er maatregelen genomen worden om deze belemmeringen weg te nemen. In het VN-verdrag, zoals het nu voor staat, is het aan de individuele burger om het station of de onderwijsinstelling te vragen om aanpassingen te verrichten.
Tijdens het debat, eind vorige week is er door Otwin van Dijk een amendement ingediend. Met deze amendement wordt verzocht een wijziging aan te brengen met betrekking tot het treffen van maatregelen om belemmeringen voor volledige participatie weg te nemen. In het amendement wordt voorgesteld om de samenleving te verplichten al bij voorbaat maatregelen te treffen die ervoor zorgen dat personen met een handicap in staat worden gesteld te kunnen participeren in de samenleving en gebruik te maken van hun rechten.
Otwin van Dijk wil hiermee bereiken dat toegankelijkheid de norm wordt en niet meer de uitzondering. Bijvoorbeeld dat er in alle restaurants een invalidentoilet is of dat op alle stations en bij alle haltes een mededeling wordt omgeroepen. Bijvoorbeeld welke bus eraan komt of dat een bepaalde trein vertraging heeft.
Dit amendement vinden de leden van Wij Staan Op zeer belangrijk. Zonder dit amendement is het aan degene die de belemmering opwerpt (in dit geval ondernemer en vervoersbedrijf) om maatregelen te treffen. En door in de wet op te nemen dat men gehouden is algemene voorzieningen te treffen hoeft een individuele burger hier niet meer om te vragen. Mensen met een beperking zijn er dan zeker van dat ze mee kunnen doen in de samenleving. En dat ze daarnaast in staat zijn om op een gelijkwaardige manier gebruik te maken van hun rechten.
– Maaike.
marleenB zei
Invalidentoilet? Ik heb zelf een mobileiteitsbeperking maar daarom ben ik nog niet invalide. Deze term klinkt heel erg denigrerend en doet afbraak aan de participerende burger die ik ben. Taalgebruik is van cruciaal belang in inclusieve samenleving!