Het is inmiddels alweer 3 weken geleden, maar het voelt nog als gisteren dat ik een lang weekend naar Londen was. Ik ben met de trein gegaan en heb daar een heerlijke tijd gehad.
Ik weet nog de eerste keer dat ik naar Engeland ging, ik was toen 16 jaar en wij gingen met het hele gezin naar de plaats Dorset en vanuit daar gingen we ook een dagje naar Londen.Wij waren nog nooit in Engeland geweest, maar hadden gelezen dat het daar goed rolstoeltoegankelijk was en niets was minder waar!
Er ging een wereld voor mij open! Het begon toen wij 2 dagenvan tevoren een oprijplaat voor de trein wilden reserveren; zij waren op het station daar heel verbaasd over. “Niemand hoeft te reserveren dus ook niet iemand met een handicap” werd ergezegd. Vervolgens wilden wij een taxi in Londen gaan regelen (Black cab) en tot mijn grote verbazing werd mij verteld dat alle Black cabs 100% rolstoeltoegankelijk zijn en ik dus niet een aparte taxi hoefde te regelen. De verbazingen bleven zich opstapelen: toegankelijk openbaar vervoer, oprijplaten bij trappen voor gebouwen en toiletten die ruim en toegankelijk zijn. Toegankelijkheid leek daar de normaalste zaak van de wereld: niemand staarde mij aan en iedereen sprak mij aan in plaats van de persoon die naast mij liep.Sindsdien ben ik dol op Engeland en ben ik er 3 keer geweest, waarvan de laatste keer voor het eerst alleen met een assistent.
Het gevoel van vrijheid is ongelofelijk daar en ik vraag mij dan ook vaak af hoe het komt dat er zo’n groot verschil is tussen Engeland, met name Londen, en Nederland? Ik besloot een internetonderzoekje te doen om erachter te komen waar dat verschil toch vandaan komt.
Ik kwam erachter dat een groot gedeelte wel eens te maken kan hebben met de tijd die erin wordt gestoken. In Nederland is de politiek nog helemaal niet zolang bezig met de rechtenvan en toegankelijkheid voor mensen met een handicap. In 2016 heeft Nederland pas het VN–verdrag Handicap geratificeerd. Dit is jaren later dan Engeland. En ik kwam er zelfs achter dat Engeland al heel vroeg mensen met een handicap in de wet erkende en rechten gaf, de zogeheten: “The Chronically Sick & Disabled Persons Act” uit 1970. Daarna kwam de “The Disability Discrimination Act” uit 1995 en vervolgens “The Equality Act” in 2010.
In de wet waren ze dus al koploper en dat vertaalde zich naar de praktijk. Toegankelijkheid wordt gezien als belangrijk en normaal. Tijdens mijn weekendje weg werd er zelfs excuus aangeboden voor het feit dat niet alle metrostationstoegankelijk waren. Dit vond ik heel bijzonder en ondanks dat ik hier echt geen excuus voor had hoeven krijgen (de medewerker kon daar ook niets aan doen), voelde het als een soort erkenning dat het vervelend is als iets niet toegankelijk is en dat dat anders zou moeten. Ook wordt er veel onderzoek gedaan naar de situatie van personen met een handicap; hoe hoog is hun inkomen, wat voor onderwijs hebben zij genoten, hoeveel werkeloosheid is er, hoeveel ervaren er eenzaamheid, hoeveel ervaren er discriminatie etc. Vervolgens worden de cijfers dan vergeleken met de situatie van mensen zonder handicap. Ik kwam zoveel onderzoeken, cijfers en grafieken tegen dat ik dit graag wilde vergelijken met de situatie in Nederland, maar hier zijn dit soort cijfers niet bekend. WijStaan Op! pleit er allang voor dat er onderzoek gedaan moet worden naar de situatie van mensen met een handicap. Alleen dan weet je waar het mis gaat en kun je kijken of het beleid verbetering brengt of niet. Engeland doet dit wel en het is dan ook niet gek dat de praktijk daar verbetering laat zien.
Al met al zal ik zeker nog vaker naar Engeland gaan als ik de kans krijg. Het is voor mij daar echt een land van vrijheid en gelijkheid en ik hoop dat Nederland die kant ook op kan gaan!