De overheid overweegt speciale ‘dorpen’ te bouwen voor Oekraïense vluchtelingen, zogeheten ‘Oekraïnedorpen’. Het zou één van de vele scenario’s zijn die worden overwogen gaf de overheid vorige week aan. Toen ik dit vorige week vrijdag las dacht ik ‘daar gaan we weer met het plaatsen van groepen in hokjes’. Het feit dat dit idee überhaupt al wordt overwogen vind ik al erg schrijnend en geeft aan dat de overheid nog steeds te weinig kaas heeft gegeten met betrekking tot het creëren van een samenleving waar iedereen ongeacht je afkomst of beperking gelijkwaardig is en optimaal kan deelnemen aan de samenleving.
Gelukkig gaven onder andere Vluchtelingenwerk en Movisie aan dit geen goed plan te vinden. Movisie, een landelijk kennisinstituut voor aanpak van sociale vraagstukken, noemt het idee „onwenselijk” en gaf aan nog los van de haalbaarheid dat het plan kan leiden tot ‘wij-zij’ sentimenten, gevoelens van ongelijke behandeling en oneerlijkheid en daarmee ook tot maatschappelijke onvrede en polarisatie.
Ik kon mij erg goed vinden in de woorden van Movisie.
Vooral het ‘wij-zij’ sentiment en de gevoelens van ongelijke behandeling zijn voor mij en voor veel mensen met een lichamelijk beperking helaas ook erg herkenbaar.
Je zou bijna kunnen zeggen dat we leven in een ‘wij-zij’ maatschappij. De ‘wij’ groep bestaande uit de niet-kwetsbaren/niet gehandicapten en de ‘zij’ groep de kwetsbaren/gehandicapten. De overheid en gemeenten hebben de taak om ervoor te zorgen dat er kansengelijkheid is en dat iedereen kan meedoen in de samenleving. Maar in de praktijk dragen zij met dit soort ideeën juist bij aan het tegenovergestelde. Je zet groepen als het ware apart met als gevolg dat discriminatie, ongelijke behandeling en maatschappelijke onvrede de overhand neemt.
Mensen met een beperking worden ook al decennialang in hokjes gezet. In mijn vorige blog noemde ik het rapport Lang niet Toegankelijk van het SCP. In het rapport stond onder andere dat mensen met een (lichamelijke) beperking nog steeds aangestaard, genegeerd, gediscrimineerd en aangesproken alsof ze een kind zijn omdat ze een beperking hebben. Dit is het gevolg van het plaatsen van mensen in hokjes.
Wat zou een oplossing kunnen zijn om het ‘wij-zij’ sentiment tegen te gaan? Wat mij betreft door het creëren van bewustwording op alle terreinen in de samenleving.
Dat kan bijvoorbeeld door te laten zien hoe het leven van mensen met een beperking eruit ziet in de vorm van bewustwordingscampagnes. Dat mensen met een beperking naar bedrijven, beurzen, kantoren en scholen etc gaan en vertellen en laten zien dat mensen met een beperking niet anders zijn dan mensen zonder beperking.
Zelf heb ik in het verleden op basisscholen gesproken over mijn beperking. Je merkt dat kinderen hierdoor anders tegen mensen met een beperking aankijken. Het vergroot in ieder geval de kans dat zij in de toekomst mensen met een beperking als volwaardige deelnemers van de maatschappij gaan zien en hen minder snel zullen uitsluiten. Het gevolg is dat discriminatie jegens mensen met een beperking wordt verminderd.
Ik ben ervan overtuigd dat bewustwording een grote rol kan spelen in het creëren van een gelijkwaardige samenleving.
Maar dan moet de overheid en de gemeenten het grootschalig aanpakken. De overheid in de vorm van het verstrekken van financiële middelen aan gemeenten en de gemeenten die bewustwordingscampagnes faciliteren en mensen met verschillende beperkingen bij elkaar brengt die de bewustwordingscampagnes mede kunnen opzetten en uitvoeren.
Het overwegen van plannen als het stichten van ‘Oekraïnedorpen’ moet in ieder geval eerst tot het verleden horen alvorens de overheid echt stappen wilt en kan zetten en met goede initiatieven te komen die de samenleving kan verbeteren en dichter bij elkaar kan brengen. Alleen op die manier kan het hokjes denken en ‘wij-zij’ sentiment worden doorbroken.